Het Heilig-Hartbeeld
Als 10-jarig kind vond ik hem in een kist bij mijn oom in Afferden. Klaar om weggegooid te worden. Mijn oom had kennelijk niets met het beeld en na de dood van mijn tante had het beeld geen betekenis meer. Ik nam het mee naar huis.
Het beeld was gebutst en beschadigd. De witte kalk kwam hier en daar door zijn purperen mantel heen, zijn voorhoofd zat vol barsten. Toch bleef de blonde Jezus statig met zijn twee handen naar zijn hart wijzen. Een hart met gouden stralen. Zoiets gooide je toch niet in de vuilnisbak?
Ook mijn twee broers zagen wat in het beeld. “Je kunt het kapot gooien en er dan mee krijten op straat.”
Ik vond dat heiligschennis.
Veel, veel later, rond het jaar 2000, gingen mijn ouders verhuizen. We brachten hun spullen naar de nieuwe woning, maar helaas lukte het ons niet om alles in één dag over te brengen. Mijn vaders gereedschap en mijn moeders boeken bleven achter en…. het Heilig-Hart beeld. Die nacht werd er ingebroken. Alleen de boeken bleven achter.
Weer enkele jaren later werd ik als spoedarts bij een meneer geroepen met hartklachten. Het zag er niet best uit, hij moest naar het ziekenhuis. Samen wachtten we op de komst van de ambulance. Terwijl we wachtten bekeek ik de woonkamer eens goed. In een hoek van de kamer stond een Heilig-Hartbeeld……….míjn Heilig-Hartbeeld! Het krijt kwam op de bekende plekken door de purperen mantel heen en zijn voorhoofd was toonde witte kalklijnen. Hij wees nog steeds statig en een beetje verdrietig naar zijn hart.
Wat een mooi beeld hebt u daar. Waar vind je zoiets?
De man antwoordde: Ach ja, dat beeld. We vonden het op een rommelmarkt in Arnhem. Dat beeld heeft ons sindsdien alleen maar geluk gebracht. Ik had toen een grote tumor in mijn buik. Die verdween daarna, zomaar ineens. Waarom vraag je dat? Zoek je zo’n beeld?
Nee nee, zomaar. Ik was nieuwsgierig.
Ik begreep het. Het beeld was niet gestolen, het was vertrokken. Uit eigen wil.